Bij de beslissing om een lokale vestiging in het buitenland op te richten, moet uw onderneming een keuze maken tussen
- een gewone lokale vestiging zonder rechtspersoonlijkheid (bijkantoor of verkoopkantoor)
- het oprichten van een afzonderlijke juridische entiteit (dochtervennootschap)
Verkoopkantoor
Een eigen verkoopkantoor wordt meestal opgericht door ondernemingen met voldoende kapitaal op markten die over een lange periode een aanzienlijke en constante verkoop waarborgen. In de aanvangsfase staan dergelijke plaatselijke kantoren namelijk voor grote investeringen.
Voordelen:
- De dienstverlening verloopt vlotter omdat er personeel en/of voorraden ter plaatse zijn.
- Vertrouwensrelaties met klanten kunnen makkelijker opgebouwd worden.
- De communicatie met plaatselijke administraties en beroepsorganisaties verbetert.
- Vervoers- en administratiekosten dalen omdat vanuit de hoofdzetel niet langer kleine vrachten moeten worden verzonden.
- De producten die het verkoopkantoor op de markt brengt, krijgen in de ogen van de klanten een lokaal karakter. Dat bevordert de goodwill ten opzichte van het bedrijf en het product of dienst.
- De marge die besteed werd aan tussenpersonen, valt weg.
- Het innen van schuldvorderingen bij lokale klanten gebeurt makkelijker.
- Door aanwezigheid op de markt voelt men beter de behoeften van de klanten aan en kan men er ook makkelijker op inspelen.
- Tegelijk blijft de hoofdzetel de controle op het verkoopkantoor behouden.
Dochtervennootschap
Een dochtervennootschap biedt soms meer mogelijkheden om zich apart in het lokale of nationale bedrijfsleven te integreren.
Eigenschappen (in tegenstelling tot een bijkantoor):
- meer oprichtingsformaliteiten, zoals minimumkapitaal en oprichtingsakte
- moeder- en dochtervennootschap kunnen aan elkaar kopen en verkopen, licenties verlenen
- de moedervennootschap is aansprakelijk voor het kapitaal onderschreven voor de verbintenissen van de dochtervennootschap